Covid-19 legt het belang van mondiale solidariteit bloot

24/3/2020 - Nieuws

In haar nieuwe opinieartikel legt Wemos-directeur Mariëlle Bemelmans uit waarom de Covid-19 crisis het belang van mondiale solidariteit blootlegt. ‘Het heeft geen zin om alleen de eigen zorg te verbeteren, en die elders te verwaarlozen – een virusuitbraak elders bereikt ons uiteindelijk toch in deze geglobaliseerde wereld.’

Mariëlle Bemelmans

The COVID-19 pandemic has shown that we are only as strong as our weakest health system,” zei António Guterres, secretaris-generaal van de VN, op Twitter. Iedereen is in de ban van corona, zeker in ons werkgebied, global health. Ook in Nederland zien we verontrustende grafieken. Toch mogen wij ons gelukkig prijzen: wij hebben allemaal toegang tot zorg, tot toegewijde en goed ondersteunde artsen, verpleegkundigen, medicijnen, beademingsapparatuur, de intensive care. Daarbij maakt het niet uit of je arm of rijk bent, jong of oud – we worden allemaal geholpen, en hoeven ons daarvoor niet in de schulden te steken. Een voorrecht waar we misschien niet altijd bij stilstaan, maar waar we nu extra dankbaar voor mogen zijn. Zoals Richard Horton [1] vandaag (24 maart 2020) op Twitter schreef: “The countries that will be most resilient to COVID-19 will be those with the most universal, equitable, responsive, and well-financed health systems. Never have three simple words—health for all—meant so much.

Bij Wemos maken we ons veel zorgen over de landen waar onze samenwerkingspartners wonen en werken [2]. Afrika rapporteert nog relatief lage aantallen (geregistreerde) geïnfecteerde mensen, maar het ligt voor de hand dat dit te maken heeft met de beperkte mogelijkheden om te testen. Het is dus wellicht een kwestie van tijd voordat de omvang van de epidemie daar duidelijk wordt. We houden ons hart vast. Een land als Oeganda of Malawi heeft maar een fractie van het aantal zorgverleners dat Nederland heeft om de strijd aan te gaan, ongeveer 5%. En dan hebben we het nog niet over de verschillen tussen arm en rijk, over leven in een overvolle slum, over al of geen toegang hebben tot schoon water en een stukje zeep om de handen regelmatig te wassen. We denken ook aan al die mensen met een toch al kwetsbare gezondheid of chronische ziekte zoals HIV of tuberculose. En het kunnen veroorloven van private zorg of gebruikmaken van de grotendeels gebrekkige publieke gezondheidszorg gaat daar mogelijk het verschil maken tussen leven en dood.

Ook de ‘collateral damage’ baart me zorgen in landen met zwakkere gezondheidsstelsels. In Liberia was het aantal doden door de ‘bijkomende schade’ als gevolg van de ebola-uitbraak in 2014 veel hoger dan door ebola zelf. De gezondheidszorg was zo overbelast dat check-ups van zwangere vrouwen en veilige bevallingen in het gedrang kwamen. Mensen met malaria ontvingen niet de medicijnen die ze nodig hadden en kinderen werden niet meer of onvoldoende gevaccineerd tegen allerlei ziektes. Soortgelijke situaties waren er tijdens de dysenterie- en cholera-epidemie in Zimbabwe in 2007. Daarbij komt de uitdaging om voldoende beschermmiddelen te regelen, met name voor het zorgpersoneel, zodat zij overeind blijven. Tijdens de ebola-uitbraak vielen juist veel artsen en verpleegkundigen ten prooi aan het virus.

De huidige maatregelen in Nederland zijn genomen vanwege soortgelijke grote zorgen over de belastbaarheid van onze gezondheidszorg. Maar hier konden we snel opschalen. Er is nu een landelijke coördinatie van de intensive carebezetting, beschermingsmiddelen worden zo eerlijk als mogelijk verdeeld, ambulances vervoeren patiënten van de zwaarst getroffen gebieden naar ziekenhuizen elders in het land om plek te maken voor nieuwe patiënten. Gepensioneerde artsen en verpleegkundigen krijgen de mogelijkheid weer te komen werken, de BIG-registratie-eisen worden tijdelijk versoepeld, er wordt een noodteam van tropenartsen ingezet door Artsen zonder Grenzen om o.a. mijn plaatselijke ziekenhuizen hier in Brabant bij te staan.

Ook binnen Europa wordt, ondanks gesloten grenzen en geblokkeerde grenswegen, steeds meer afgestemd en samengewerkt. Alles om de epidemie in te dammen en een verwoestende economische recessie te voorkomen. In Europa ligt dat nog voor de hand, met onze gezamenlijke geschiedenis van samenwerking. De grote vraag is: gaan we ons net zo hard inzetten wanneer de epidemie zich uitbreidt naar de landen met de zwakste gezondheidszorgsystemen in de wereld, bijvoorbeeld in Afrika? Zullen we dan ook solidair zijn?

Epidemieën zijn vaak illustratief voor onderliggende problemen en dan vooral het gevolg van het jarenlange gebrek aan effectieve investeringen in een sterke en veerkrachtige gezondheidszorg. Toekomstige epidemieën kunnen we alleen voorkomen als álle landen deze investeringen kunnen doen. Daarin moeten we samenwerken op mondiale schaal. Het heeft geen zin om alleen de eigen zorg te verbeteren, en die elders te verwaarlozen – een virusuitbraak elders bereikt ons uiteindelijk toch in deze geglobaliseerde wereld.

Yuval Noah Harari schreef gisteren in de Financial Times in een inmiddels al iconisch artikel dat we als mensheid voor de essentiële keuze staan tussen nationalistische isolatie en mondiale solidariteit. Hij betoogt dat zowel de huidige epidemie als de resulterende economische crisis een mondiale aanpak nodig hebben: informatie delen en samenwerken aan alle mogelijke oplossingsrichtingen in de geest van mondiale samenwerking en vertrouwen. Hear hear!

Vanuit Wemos zou ik daaraan willen toevoegen: geef fatsoenlijk betaalde banen aan alle dokters, verpleegkundigen en andere zorgverleners die momenteel werkloos thuis zitten omdat er voor hen geen banen waren. En niet alleen tijdens deze crisis, maar ook daarna, om ‘health for all’ te helpen realiseren, nu en in de toekomst. Er is internationale coördinatie nodig voor de productie en distributie van beschermingsmiddelen, mondkapjes, medische apparatuur en medicijnen en vaccins. Zodat zorgverleners hun werk kunnen doen zonder zelf zoveel risico’s te lopen. Er zou een mondiale patent pool voor COVID-19 moeten komen om ervoor te zorgen dat vaccins breed beschikbaar worden, voor iedereen ter wereld, niet alleen die landen en mensen die het kunnen betalen. We kunnen daaruit belangrijke lessen meenemen over hoe we in de toekomst alle noodzakelijke medicijnen bereikbaar kunnen maken voor iedereen. En laten we ervoor zorgen dat donoren en grote financiële instanties niet alleen geld beschikbaar stellen voor het opvangen van de grootste economische klappen, maar de inzet verhogen en ook stevig investeren in de mondiale gezondheidszorg, met name daar waar deze investeringen het hardst nodig zijn. Nu direct, maar ook zeker in de toekomst.

Om met Harari te spreken: “This storm will pass. But the choices we make now could change our lives for years to come.”

Marielle Bemelmans Wemos

Lees dit artikel in het Engels.

Update 3 april 2020: Dit artikel verscheen ook in Vice Versa. Lees hier

[1] Hoofdredacteur van The Lancet en hoogleraar aan de London School of Hygiene and Tropical Medicine

[2] Oeganda, Kenia, Tanzania, Zambia en Malawi

 

Ontvang onze nieuwsbrief

  • instagram
  • linkedin
  • youtube