Anke Tijtsma
Na ruim dertien jaar besloot ik mijn werkzaamheden bij Wemos half september af te ronden. Het gaat goed bij Wemos en ik heb er met heel veel plezier gewerkt en veel geleerd over beleids- en besluitvormingsprocessen. In de afgelopen maanden werd mijn verlangen om mijn kennis en expertise aan te vullen met een nieuwe manier van denken en handelen echter groter. Daarom besloot ik de master Crossover Creativity aan de Hogeschool van de Kunsten (HKU) in Utrecht te gaan volgen. Deze opleiding leert me over creatief denken en innoveren door ‘crossovers’ te maken naar andere sectoren en disciplines. Vanwege de ongebruikelijke invalshoeken van andere experts ontstaan er ideeën die niet te pakken zijn vanuit het denkkader van slechts één persoon of sector.
Het is verrijkend om mijn denkkader op te rekken: ik krijg inspirerende onderzoekstechnieken uit de kunst- en ontwerpwereld aangereikt. Ik maak van alles met klei en ben gestart met zeefdrukken. Maar met deze overstap naar de creatieve breinen bij de HKU ondervind ik aan den lijve dat het ook uitdagend is. Mijn brein mag nu constant in de associatieve modus. Niets is meer wat het lijkt. En dat vind ik best pittig. Mijn hersenen zijn nog vooral ingesteld op de rationele modus. Maar vanachter mijn computer ontstaan er geen crossovers.
Fascinatie voor flyeren en vergaderen
Ook al bekijk ik veel kwesties (nu nog) vanuit een Wemos-perspectief, de basis voor ‘anders’ kijken is in de afgelopen acht studieweken al gelegd. Zou onze blootstelling aan kankerverwekkende stoffen ook aan te pakken zijn via een ongebruikelijke route? Een gewone informatiefolder voor zwangeren over schadelijke stoffen is nuttig, maar daarmee wordt niet iedereen bereikt – zelfs als die flyer speciaal voor de doelgroep is geschreven. Kunnen we in samenspraak met een aantal creatieve geesten hier een totaal andere, heel effectieve oplossing voor bedenken?
Of neem het fenomeen vergaderen – iets waar we allemaal ervaring mee hebben. Is er aan de vaak stroperige besluitvorming bij lidstatenvergaderingen van bijvoorbeeld de WHO een boost te geven? Wat beweegt de mens die als functionaris in vergaderzalen besluiten neemt over het behalen van ‘gezondheidswinst’? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat vergaderuitkomsten het grotere geheel dienen? Kan digitale technologie misschien bijdragen aan een oplossing? Wat gebeurt er als we lopend vergaderen en speeches voortaan interactieve vraaggesprekken worden? En als we dan ‘anders’ vergaderen, kunnen we daar dan ook mondiale gezondheidswinst mee boeken? Dit vind ik een te gekke uitdaging waar ik me nu – als Crossover Creativity-student – op stort.
Zoektocht naar zingeving
Vanaf het moment dat mensen naar de hemel begonnen te staren, begonnen ze ook na te denken over hun plek in het universum. Al sinds mensenheugenis willen mensen graag iets creëren dat de wereld beter maakt; iets dat onszelf overleeft. De mens is voortdurend op zoek naar zingeving. De bekende psycholoog Mihaly Csikszentmihalyi zei daarover: ‘Een mens kan geen werkelijk uitmuntend leven leiden als hij niet het gevoel heeft dat hij bij iets hoort wat groter en duurzamer is dan hijzelf’. Mooi gezegd. In het fraaie artikel van Rutger Bregman werd ook de auteur Daniel Pink aangehaald. Hij schrijft over ‘drive’ en wat een mens nodig heeft in zijn werk: autonomie, meesterschap en zingeving. Ik ben zelf volop op zoek. Dat is spannend en ook super boeiend.
Via deze weg wil ik ook jou een vraag voorleggen: wat heb jij eigenlijk nodig om in een professionele vergadersetting jouw verantwoordelijkheid te nemen? En wat heeft de mens nodig om in grote, formele vergadersettings aangezet te worden tot handelen vanuit het grotere geheel? Mijn zoektocht is gestart. Resoneren deze vragen bij jou en heb je ook zin om dit verder te ontrafelen? Laat het me dan graag weten. Ik ben er zeker van dat ongebruikelijke crossovers ons op dit vlak creatieve oplossingen kunnen bieden. Daar wordt iedereen beter van.
Groet, Anke
Nieuwsgierig geworden naar wat voor spannende crossovers de studenten van vorig jaar maakten? Kijk hier verder.