Denis Bukenya is in zijn dagelijkse leven coördinator van Human Rights Research Documentation Centre in Kampala. Daarnaast is hij aangesloten aan People’s Health Movement, een wereldwijde global health netwerk. In de laatste hoedanigheid nam hij in mei op uitnodiging van Wemos deel aan de 69e World Health Assembly (WHA) in Genève. In dit interview reflecteert hij op zijn ervaring bij de WHA en zijn eigen werk in Oeganda.
De WHA was voor Denis Bukenya een gemengde ervaring. Hij vindt het bemoedigend dat er genoeg onderzoek gedaan wordt naar verschillende urgente gezondheidskwesties. ‘We hebben meer data nodig’, zegt hij. Maar de bijeenkomst had ook een keerzijde: de stem van maatschappelijke organisaties werd niet altijd gehoord. ‘Uiteindelijk kwamen ngo’s met allerlei uitspraken – en dat was het dan. Ik kreeg de indruk dat iedereen de onderwerpen vluchtig afhandelde zonder echt stil te staan bij wat er gezegd werd. Er kwam veel informatie op je af, maar echte harde gegevens ontbraken vaak.’
Lokale context
‘Om de context van gezondheid en ziekte in een land te begrijpen, zouden zowel beleidsmakers als ontwikkelingshulppartners naar de gemeenschappen moeten gaan en naar hun behoeften moeten luisteren. Donoren en politici willen dit niet inzien; ze blijven in hun vergaderruimtes en hebben geen idee van wat er speelt in de gemeenschappen. Als je de realiteit wil begrijpen, moet je juist naar de gemeenschappen gaan en daar werken.’ Volgens Bukenya gebeurt dit nu nog te weinig.
Een goed voorbeeld is de behandeling van niet-overdraagbare ziekten zoals obesitas en hart- en vaatziekten. ‘Het idee heerst dat het ziekten van de rijken zijn. Maatschappelijke organisaties en particuliere artsen zijn de enigen die hier echt aandacht aan besteden. Op dit terrein heeft de publieke gezondheidszorg gefaald. Vooral op het platteland sterven mensen aan deze ziekten omdat ze niet worden behandeld en meestal zelfs ongeïdentificeerd blijven. De bijdrage van het maatschappelijk middenveld om de heersende beeldvorming bij de bevolking te veranderen is zeer belangrijk.’
Coöperatief model
‘In Oeganda bestaat geen minimumloon. De particuliere sector bepaalt zelf hoeveel artsen betaald krijgen. In feite worden veel artsen onderbetaald. Omdat ook bedrijven en investeerders betrokken zijn bij het openbare bestuur, onderneemt dat laatste geen actie om de situatie te veranderen. Gezondheidswerkers moeten daarom zelf verandering teweegbrengen.’
Bukenya vertelt over een privéziekenhuis in een afgelegen gebied waar artsen en verpleegsters vanwege de slechte arbeidsomstandigheden geneigd waren om snel weer te vertrekken. Toen het ziekenhuis ernstig onderbezet raakte, riep de directeur iedereen bijeen om gezamenlijk een manier te vinden om goed te kunnen blijven werken. ‘Het ziekenhuis was gelegen in een zeer vruchtbaar gebied. Ze hadden besloten om hiervan te profiteren: het personeel zette een werkgemeenschap op voor het telen van fruit en groente op een stuk grond naast het ziekenhuis. Toen dat winstgevend bleek te zijn, kocht de directeur meer land erbij en breidde de teelt uit. Uiteindelijk werd dit zo’n succes dat het ziekenhuispersoneel mensen uit de gemeenschap in dienst nam om de gewassen te verzorgen en oogsten. De groenten werden op de markt verkocht. Gaandeweg werd het ziekenhuis zelfvoorzienend.’
Sindsdien pleit Bukenya voor het gebruik van dit model als voorbeeld voor andere gezondheidscentra en ziekenhuizen. ‘Dit voorbeeld toont aan dit het mogelijk is om personeel te motiveren voor een gemeenschappelijk doel. Als zij zich verenigen, dan is overheidssubsidie – wat er in feite toch niet is – niet eens nodig.’
Dit betekent alleen niet dat alle problemen opgelost zijn. Maar de boodschap van Bukenya is helder. Wat de uitdaging ook mag zijn: de lokale context moet het uitgangspunt zijn. ‘Een van onze grootste problemen is het verzamelen van betrouwbare gegevens over gezondheidsrecht en praktijken. In feite hadden we helemaal geen gegevens, totdat we fietsen gaven aan mensen uit de gemeenschap. Zo konden ze makkelijker rondtrekken om gegevens te verzamelen. Dit is een goed voorbeeld van een grassroots-actie. Soms is de oplossing heel simpel, je moet er maar net op komen.’